2878 Wilhelm, graaf tzo dem Berghe etc., wijst aan zijn jongeren broeder Oiswaelt, graaf van den Berghe, toe: de heerlijkheid Homoit, de Nyenborgesche goederen, den hof te Vrynesteyn en verdere gelden, en het huis, dezen vermaakt door wijlen Daem van den Berghe, bastaard, en diens vrouw Walburg van Helmont, op voorwaarde, dat die eigendommen bij kinderloos overlijden aan het huis Bergh zullen terugvallen.
Gegeven int jair unss Heren dusent viiffhondert ind tsestich den viiffthienden dach Januarii.
a. Oorspr. (Inv. no. 331), met de handteekeningen en zegels van den oorkonder, diens broeder, Cornelis van Deelen, drost van het land van den Berghe, en Arndt Vysscher, richter te Westervoort.
b. Oorspr. (Inv. no. 474), met de zegels en handteekeningen als sub a.
c. Afschrift in Inv. no. 743, antwoord bijlage C.
d. Afschrift (Inv. no. 331).