17 De hertog van Gelre en Gulich stelt Willem, heer ten Berge en ten Bylande, voor, 3 October e.k. met heer Johan van den Bylant samen te komen op de waard.
Gegeven tot Arnhem op sente Iheronimus' dach.
Oorspr. (Inv. no. 120).

16 Margarete, vrouw van Bernt van Wytten, verzoekt aan Rudolph, bisschop to Utrecht, haar man te willen beleenen te haren behoeve met een goed te Aelten, van haar moeder afkomstig.
Datum anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo in crastino Nativitatis beate Marie virginis gloriose.
Afschrift in Inv. no. 4713, fol. 2 verso.

15 (De heer van den Bergh) antwoordt aan den (hertog van Gelre), (zie br. no. 14), dat hij met een laatste uitstel tot 2 October e.k. genoegen neemt, en den heer van Byland intusschen niet in rechte zal betrekken, mits deze den bestaanden toestand eerbiedigt.
Minuut (Inv. no. 120).

14 De hertog van Gelre en Gulich, graaf van Zutphen, verzoekt Wilhem, heer ten Bergh en ten Byland, zijn raad, de beslissing in diens geschil met heer Johan van den Bylande uit te stellen tot 2 October e.k., en intusschen af te willen zien van een vordering voor het stille gericht.
Gegeven tot Arnhem des Dynxsdaiges na sinte Egidius' dage anno XLo.
Oorspr. (Inv. no. 120).