480 Hinrich Cristians, vrijgraaf van Norderna, verleent, nu de gebroeders Diederich en Heydenreich van Oyre hun eisch niet handhaven, ontslag van instantie aan Wilhelm, heer ten Berge, de gebroeders Gherart en Wilhelm van der Kornhorst, Rutger van der Padevorde, Clais Tengenagel en Johan Raffenbarc, met vrijwaring te dezer zake voor eenigen vrijstoel gedagvaard te worden.
Gegeven in den jaren unss Heren dusent vierhundert ind eicht ind drissich des neisten Donrestages na sent Elisabetdage.
Oorspr. (Inv. no. 146), met de geschonden zegels van den oorkonder en de vrijgraven Gerart de Seyner, voor Keulen te Arnsberg, Henrich Vischmeister te Eversberg, Joeris Feyck te Ruden, Diederich Levenkynck te Erwitte en Heyneman Muysong te Soest en van de vrijschepenen Hunolt van Hanxleide, Henrich van Galen, Rutger van Freess en Bertolt van Plettenbrecht; de zegels van de vrijschepenen Henrich, graaf van Nassau, domproost te Mainz, proost te Bonn, en Johan van Scheydongen zijn verloren.