1119 Johan Doys, door den heer van den Berge en Bilant aangesteld tot gerichtsbode van het kerspel Zedam, Wiimbergen c.a. tegen betaling van 25 malder haver, tenzij hij een rijpaard houdt, belooft de verschillende functies van dat ambt getrouwelijk te zullen uitoefenen.
Gegeven ende geschiet in den jare ons Heren dusent virhondert negen ind tseventich op sente Marien Magdalenenavent.
Oorspr. (Inv. no. 1991); de zegels van den oorkonder en van zijn broeder heer Derick Doys, priester, zijn verloren.