1121 Henrick, bisschop to Munster en administrator der kerk van Bremen, voorstander van Gelre en Zutphen, en bannerheeren, ridderschap en steden dezer landen, verklaren, onder ontvouwing van hun grieven tegen den hertog van Cleve wegens diens houding tegen Gelre na de gevangenneming van hertog Adolph door hertog Karll van Burgundien,-van wiens brief, waarin dit ontkend wordt, hierbij afschrift wordt gegeven-(zie br. no. 256), alle rivieren in Gelre, Zutphen en Munster te sluiten, en niet te zullen toestaan, dat er schepen varen voorbij het tolhuis te Lobede, dat door dien hertog veroverd is.
Gegeven to Nymegen in den jaere onss Heren dusent IIIIC negen ende tsoventich op sunte Michielsavent archangeli.
Afschrift in Inv. no. 209, fol. 127.